Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit januari, 2008 tonen
Lekker naar het strand Drie bere-kids gaan met pa en moe Op een zomerse dag Naar het strand van Maliboe Vroeg uit de veren Snel in de kleren ´t Otootje staat al kaar Starten en rijden maar Op de autoweg is het een drukte van belang Ze belanden in een kilometerslange file Met wel honderdduizend wiele Maar dan…… Na duisternis volgt immers licht Komt het strand dan toch in zicht Even een plaatsje voor ´t otootje zoeke Kijk daar pa, een vrij plekkie Roept de enthousiaste moeke Opgewekt stappen ze over hoofden, buiken, benen Het doet wel pijn, dat hete zand tussen de tenen Maar eindelijk, na al die vermoeiende tijden Ziet pa kans het strandlaken uit te spreiden Nu mag de zon hun wangen kussen En voor een wijle de daagse zorgen sussen Maar al na een paar luttele uurtjes dient de tijd van vertrek zich aan Want ook huiswaarts is het file staan Thuisgekomen gaan de kids Uitgeput en moe meteen naar hun bedje toe Pa en moe ploffen in hun luie stoel Met nog suizen in de oren... van 't strandge
Vriendschap Een kat en 'n muis Woonden samen in een huis Ze konden het best goed vinden Waren echte dikke vrinden Maar op een dag Brak er oorlog uit Er was niets meer te eten De kat heeft toen zomaar Z’n vrindje opgegeten Zo gaat het vaak in oorlogsdagen Door honger en een dorstige keel Blijft er van vriendschap Bitter weinig heel
Piertjesfeest Een stel jonge pieren Gingen een verjaardag vieren Er was veel drank en lekker eten en tot de vroege ochtendstond Dronken en aten ze hun buikjes rond Toen stopte een jongeling z'n naam was Beer de dronken piertjes in een potje Om te gaan vissen in ' t meer ' t Ene na ' t andere visje sloeg ie aan de haak Elke minuut was het wel raak Pieren, pieren denk toch na Voor je aan het feesten ga Al dat gezuip, al dat ge-eet Veroorzaakt alleen maar leed
Gemold Een paartje lieve mollen Is aan ’t dollen Het gras wijkt opzij Weer een hoopje zand erbij Plots…. wordt hun spel verstoord Manlief wordt pardoes vermoord Aan een mooi grasveld is te wijten Dat vrouw mol haar leven Nu alleen zal moeten slijten
Goddeloos 25 December luidt Pastoor de Leeuw de klokken Om alle dieren ter kerke te lokken Aan alles is gedacht Het kerkblaadje rondgebracht Kaarsen, wierook, de kribbe en het Kind Brood en Wijn in overvloed Blijmoedig denkt Pastoor de Leeuw Zo is het goed ! Het zangkoor heeft volop gerepeteerd De misdienaars zijn geïnstrueerd Koster Bever zwaait blijmoedig de kerkdeuren open En met plechtige bede vraagt hij de gelovigen Het Godshuis te betrede Het koor zet in ’ Stille Nacht, Heilige Nacht ' De gelovigen zingen ' Alles slaapt, sluimert zacht ' Ze voelen zich met God verbonden Belijden gezamenlijk hun zonden Delen samen Brood en Wijn Alsof z'elkaars familie zijn Pastoor de Leeuw spreekt de zegen uit Amen.... klinkt het duidelijk en luid Na de dienst schudt Pastoor de Leeuw ingenomen en devoot Al zijn dierbaren hartelijk de poot Hij wenst hen ’ Zalig Kerstfeest ' Tot ziens, zeggen de dieren, ietwat bedeesd In het nieuwe jaar
Niet sterk, maar slim Een panter ontmoet Een mager zwijn Goeie middag, zegt ze Ben jij aan de lijn ? Het zwijntje vertrouwt het niet Ze speurt gevaar En denkt Dat enge beest Maakt me tot kaviaar Ze moet iets verzinnen .... Gelukkig schiet haar iets te binnen Vlug jokt ze .. Och beste panter dat mager zijn Komt niet van 't lijnen Maar van de medicijnen Ik heb 't syndroom Van slankie-slankie- room De domme panter heeft plots geen honger meer En zucht.... tot de volgende keer maar weer En met haar lenige benen Is ze snel in 't woud verdwenen Het slimme zwijntje roept haar na Doe je vrouw de groeten En gaat vrolijk door met wroeten
Verlangen naar de zomer Wat is het lang geleden Dat het zomer was Ik de vogels hoorde zingen De kind’ren speelden in het gras Wat is het lang geleden Dat de dauw de ochtend gloorde Ik de web zag van een spin Het zachte gezoem van bijen hoorde Wat is het lang geleden Dat de stilte de avond vulde Ik de muggen zag dansen in het licht De merel met zijn zang mijn oor vergulde Wat is het lang geleden Dat de warme zon aan de hemel stond De bomen zich sierden met miljoenen bladen Ik in de natuur mijn rust hervond (Dit gedicht heeft Dorieke Kuipers geïnspireerd een vierstemmig lied te componeren dat bij een aantal koren op het repertoire staat. Publicatie van dit gedicht vond plaats in de REMOVOS kunstagenda Mond- en Voetschilders van het jaar 2007)
Lief toch ! Er was eens een ratje Jaloers op een katje Om haar miauwen en spinnen Maar het katje zei: Jij bent goed in zwemmen en graven Zo heeft ieder z’n gave Ratte- of kattesnuit Dat maakt echt niks uit